Renault Trucks onthult de resultaten van Optifuel Lab 3. Het langeafstandsvoertuig dat de constructeur als studievoertuig gebruikt, vergt 12,5% minder brandstof dan een standaardcombinatie. Dat resultaat is te danken aan de geoptimaliseerde stroomlijn van het onderstel, de aandrijflijn en de banden, alsook aan de integratie van voorspellende voorzieningen die de zuinigheid en het energiebeheer ten goede komen.
Renault Trucks zet zijn onderzoek naar een verhoging van de energie-efficiëntie van vrachtwagencombinaties voort. Het FALCON-project (Flexible & Aerodynamic truck for Low CONsumption), dat in 2017 van start ging, heeft als doel om het verbruik van een volledige vrachtwagencombinatie met 13% te reduceren. Voor het project werkt Renault Trucks samen met een consortium van partners bestaande uit Faurecia, Michelin, Total, Fruehauf, Wezzoo, BeNomad, Styl’Monde, Polyrim, Enogia, IFPEN, de École Centrale de Lyon (LMFA), en het IFSTTAR, dat werd omgedoopt tot Université Gustave Eiffel. Het project wordt gefinancierd door de Franse overheid via het Fonds Unique Interministériel (F.U.I.).
Uit dat project ontstond het studievoertuig Optifuel Lab 3. Na 18 maanden afstelling, 6 maanden tests op het circuit en openbare wegen en 15.500 afgelegde kilometers bevestigt Renault Trucks zijn hypothesen. De constructeur meet een daling van het verbruik met 12,5% ten opzichte van de standaard Renault Trucks T met standaard oplegger. Dat komt neer op een verschil van 3,75 liter brandstof en 9,8 kg CO2 per 100 km.
Testcyclus
De ingenieurs van Renault Trucks hanteerden daarbij een testcyclus die statistisch gezien representatief is voor langeafstandsritten, bestaande uit 68 km gewestwegen en 136 km autosnelwegen.
De tests met Optifuel Lab 3 werden uitgevoerd op afgesloten en openbare wegen, aangevuld met simulaties om de metingen te analyseren en te correleren. Parallel daarmee werden dezelfde tests uitgevoerd met een referentievoertuig waarvan de geometrische specificaties en aandrijflijn vergelijkbaar waren met die van het studievoertuig (Renault Trucks T 480, uitgerust met een Fruehauf-oplegger met zeil). Elk van de technologieën ontwikkeld in het kader van dit project werd eerst afzonderlijk geëvalueerd en vervolgens globaal.
De aandrijflijnen van de Optifuel Lab 3-modellen en referentievoertuigen werden vooraf ingereden om de representativiteit van beide voertuigen te verzekeren.
Meetmethoden
Evaluatie van de aerodynamische verbetering
De winst van de luchtweerstand werd geëvalueerd aan de hand van de officiële CO2-procedure. Het koppel aan het wiel werd gemeten bij twee constante snelheden: lage snelheid (~15 km/u) en hoge snelheid (~90 km/u), conform de door de Europese Commissie vastgestelde testvolgorde.
Deze procedure werd gebruikt om na te gaan welke bijdrage de trekker alleen en het Optifuel Lab 3-konvooi als geheel leverden aan de aerodynamische winst.
Vervolgens werd de aerodynamische winst vertaald in verbruikswinst op basis van simulaties van de representatieve klantencyclus die voor het project werd gedefinieerd. Die simulaties werden op hun beurt bevestigd door tests op open wegen.
Winst als gevolg van de geconnecteerde banden met lage rolweerstand
De rolweerstandsverbeteringen van de banden ontwikkeld voor Optifuel Lab 3 werden door Michelin gemeten volgens de ISO 28580-norm. Daarbij wordt de band onderworpen aan een belasting die overeenkomt met 85 procent van zijn belastingsindex, op een rol met een diameter van 2 meter en in een ruimte met een constante temperatuur van 25 °C. De luchtweerstand die de band genereert, wordt gemeten bij een snelheid van 80 km/u na 3 uur gestabiliseerd thermisch toerental.
Aandrijflijn: winst als gevolg van de smeermiddelen met lage viscositeit en het warmterecuperatiesysteem van Rankine
De smeermiddelen met lage viscositeit voor de motor, versnellingsbak en brug werden in samenwerking met Total ontwikkeld en hebben het mogelijk gemaakt om het brandstofverbruik van de aandrijflijn te verlagen. De overeenkomstige winst werd gemeten op de motortestbank en de onderdelentestbanken.
Parallel daarmee werd gecontroleerd of deze smeermiddelen van de nieuwe generatie niet leiden tot een vroegtijdige slijtage van de onderdelen, met name door gebruik te maken van de TLA-techniek (Thin Layer Activation).
Tot slot werd in samenwerking met de universiteit van Luik de verbruikswinst van het warmterecuperatiesysteem van Rankine geëvalueerd op een onderdelentestbank. In het kader van deze testcampagne werden twee verschillende architecturen (recuperatie op de uitlaat en op het koelcircuit) en verschillende koelvloeistoffen vergeleken.
Winst als gevolg van de voorspellende voorzieningen voor zuinig rijden en optimaal energiebeheer
De voorspellende voorzieningen, die bijdragen tot een zuinig rijgedrag en optimaal energiebeheer, werden geëvalueerd in reële rijomstandigheden en over een cyclus die representatief is voor klanten.
De nieuwe strategieën voor de geoptimaliseerde adaptieve snelheidsregelaar, die gebruik maakt van navigatiegegevens van BeNomad, de intelligente sturing van de alternator en de nieuwe actuatoren van het koelsysteem konden worden getest en vergeleken met de strategieën en actuatoren van het seriemodel.
Het FALCON-project heeft het mogelijk gemaakt om na te gaan in welke mate de gebruikte technologieën bijdragen tot de doelstelling van een lager verbruik. De tests met studievoertuigen stellen Renault Trucks in staat om de technische oplossingen van zijn toekomstige producten voor te bereiden en zo te voldoen aan de eisen van de Europese regelgeving met betrekking tot de CO2-uitstoot van zware voertuigen, gewichten en afmetingen, en banden.
Hoewel de Optifuel Lab 3 nooit als dusdanig op de markt zal komen, zullen de meest performante technologieën op termijn wel hun weg vinden naar de seriemodellen.